De brandhoren of stekelhoorn (Haustellum brandaris, oorspronkelijk beschreven als Murex brandaris), synoniem Bolinus brandaris, is een in zee levende slakkensoort uit de familie Muricidae.
De schelp is dikwandig en heeft bolle windingen. De laatste winding neemt het grootste deel van de schelphoogte in beslag. De totale hoogte wordt ongeveer 90 mm. De sculptuur bestaat uit vele horizontale ribben en een aantal kielen waarvan de bovenste de meest geprononceerde is. De horizontale ribben worden gekruist door varices. Op de kruispunten van ribben en varices staan grote knobbels die ook tot vrij lange stekels kunnen uitgroeien. De mondopening loopt aan de onderzijde uit in een lang sifokanaal. De kleur van de schelp is licht geelbruin tot crême. De Brandhoren heeft een hoornachtig operculum.
De soort leeft onder de laagwaterlijn in de infralittorale en circalittorale zones. De dieren zijn carnivoor.
Vrij algemeen in de hele Middellandse Zee, kusten van Portugal en West Afrika.
Naar de kleurstof purper die vroeger uit deze dieren gewonnen werd.
De Brandhoren is eetbaar.
In de Oudheid werden de schelpen opengebroken om uit een kliertje purper te winnen. Met deze verfstof kregen de kleren van de Feniciërs en later de Romeinen een bijzondere roodpaarse kleur. Voor het verkrijgen van slechts één pond kleurmassa (waarin slechts vier gram zuivere kleurstof zit), moesten wel 30.000 slakjes opgedoken worden. Het laat zich begrijpen dat purper hierdoor de kleur van de macht (koning, keizer) geworden is.
De brandhoren of stekelhoorn (Haustellum brandaris, oorspronkelijk beschreven als Murex brandaris), synoniem Bolinus brandaris, is een in zee levende slakkensoort uit de familie Muricidae.