De zwaangans (Anser cygnoides) is een vogel uit de familie Anatidae. De gans is voor het eerst wetenschappelijk beschreven in 1758 door Linnaeus.
Het verenkleed van deze 90 cm grote gans is overwegend grijsbruin met lichte strepen. De onderzijde van de kop en de voorzijde van de hals hebben een lichte kleur, terwijl de bovenzijde van de kop en de achterzijde van de hals donkerbruin-grijs zijn. De onderstaartveren hebben een witte kleur. Verder heeft de vogel een opvallend grote snavel en oranje poten.
Zwaanganzen eten vooral grassen en andere planten.
Zwaanganzen werden vanaf circa 1500 voor Christus voor het eerst gedomesticeerd in China. Er zijn een klein aantal rassen ontstaan zoals de zogenaamde Chinese knobbelgans en de Afrikaanse knobbelgans. Kruisingen van deze gedomesticeerde zwaanganzen en de grauwe gans worden veel gehouden als "tamme gans" of "boerengans".
Vroeger leefde de zwaangans in grote delen van Azië. Daar worden ze steeds zeldzamer door habitatverlies. Nu leven ze in Thailand, China, Japan, Taiwan, Noord-Korea, Zuid-Korea, Mongolië en Rusland in laaggelegen moerasgebieden.[3]
Op de Rode Lijst van de IUCN heeft de soort de status Kwetsbaar.
Bronnen, noten en/of referentiesDe zwaangans (Anser cygnoides) is een vogel uit de familie Anatidae. De gans is voor het eerst wetenschappelijk beschreven in 1758 door Linnaeus.