De kleine menievogel (Pericrocotus cinnamomeus) is een kleine oscine zangvogel. De menievogel komt voor in de tropische regio's Zuid-Azië en Zuidoost-Azië.
De kleine menievogel is 16 cm lang met een forse, donkere snavel en lange vleugels. Het mannetje verschilt van de meeste andere veelvoorkomende menievogels door zijn grijze, in plaats van glanzend zwarte, bovendelen en kop. De buik is oranje en verbleekt naar geel steeds verder naar onderen. De staartranden en stuit zijn oranje er is een oranje vlek op de vleugel.
Het vrouwtje is grijs boven, met gele kop en onderzijde en gele staartranden en stuit en een gele vlek op de vleugel. Er worden verschillende rassen onderscheiden binnen het verspreidingsgebied.
Deze menievogel leeft van insecten die soms ook in vlucht gevangen worden. Hij broedt in doornig struikgewas en ondergroei.
De kleine menievogel is een algemene standvogel en komt voor van India, Andamanen, Myanmar, Thailand, Cambodja, Vietnam en Laos verder in Indonesië (Java en Bali). De leefgebieden zijn half open bosgebieden tot op een hoogte van 1500 m boven de zeespiegel en mangrovebossen.[2]
De soort telt 9 ondersoorten:
De kleine menievogel heeft een groot verspreidingsgebied. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd, maar er is geen aanleiding te veronderstellen dat de soort bedreigd wordt in zijn voortbestaan, daarom staat de kleine menievogel als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]
Mannetje van het zuidelijke ras (Sri Lanka).
P. c. malabaricus - Vrouwtje (Shamirpet, Andhra Pradesh, India).
De kleine menievogel (Pericrocotus cinnamomeus) is een kleine oscine zangvogel. De menievogel komt voor in de tropische regio's Zuid-Azië en Zuidoost-Azië.