Uitstaande vetmuur (Sagina micropetala, synoniem: Sagina apetala subsp. erecta, Sagina filicaulis) is een eenjarige plant die behoort tot de anjerfamilie (Caryophyllaceae). Het is een tredplant. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend en stabiel of toegenomen. De plant komt van nature voor in Zuid-, Midden- en West-Europa, West-Azië en noordelijk Afrika en is van daaruit verspreid naar Noord-Amerika, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland en Australië. Het aantal chromosomen is 2n = 12. Uitstaand vetmuur is moeilijk te onderscheiden van donkere vetmuur. Bij donkere vetmuur liggen de witgerande kelkbladen tegen de doosvrucht en zijn de buitenste twee spits tot toegespitst. De doosvrucht steekt ten hoogstens 10% buiten de kelk uit, terwijl die van uitstaande vetmuur verder uitsteekt.
De plant wordt 2 - 10 cm hoog en heeft dunne, sterk vertakte, rechtopstaande stengels. De lichtgroene bladeren zijn meestal kaal. Soms hebben ze klierharen en aan de bladvoet stijve wimperharen. De bladeren hebben aan de top een 0,3 mm lang stekelpuntje.
Uitstaande vetmuur bloeit van mei tot in juli met alleenstaande, groene of witte, 2 - 4 mm grote bloemen en kleverig behaarde of kale bloemstelen. Na de bloei is de bloemsteel in het begin aan de top gebogen. De zeer kleine bloemkroon valt snel af. De kelkbladen van de bloemknop hebben een roze-rode tand. De kelkbladen zijn 1 - 1,6 mm lang en staan in de vruchttijd meestal rechtaf. De twee binnenste kelkbladen zijn stomp en de twee buitenste zijn spits of hebben een kort stekelpuntje.
De vrucht is een vierkleppige doosvrucht, die voor minstens 12% buiten de kelk uitsteekt. Het zaad is 0,35 mm lang en 0,25 mm breed.
Rechtafstaande kelkbladen
Vrucht
Zaden
Uitstaande vetmuur komt voor op zonnige, open plaatsen op droge tot iets vochtige, matig voedselrijke en vaak stenige grond langs spoorwegen, industrieterreinen, braakliggende grond, bermen, tussen straatstenen en aan de voet van lage muurtjes.
Uitstaande vetmuur (Sagina micropetala, synoniem: Sagina apetala subsp. erecta, Sagina filicaulis) is een eenjarige plant die behoort tot de anjerfamilie (Caryophyllaceae). Het is een tredplant. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend en stabiel of toegenomen. De plant komt van nature voor in Zuid-, Midden- en West-Europa, West-Azië en noordelijk Afrika en is van daaruit verspreid naar Noord-Amerika, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland en Australië. Het aantal chromosomen is 2n = 12. Uitstaand vetmuur is moeilijk te onderscheiden van donkere vetmuur. Bij donkere vetmuur liggen de witgerande kelkbladen tegen de doosvrucht en zijn de buitenste twee spits tot toegespitst. De doosvrucht steekt ten hoogstens 10% buiten de kelk uit, terwijl die van uitstaande vetmuur verder uitsteekt.
De plant wordt 2 - 10 cm hoog en heeft dunne, sterk vertakte, rechtopstaande stengels. De lichtgroene bladeren zijn meestal kaal. Soms hebben ze klierharen en aan de bladvoet stijve wimperharen. De bladeren hebben aan de top een 0,3 mm lang stekelpuntje.
Uitstaande vetmuur bloeit van mei tot in juli met alleenstaande, groene of witte, 2 - 4 mm grote bloemen en kleverig behaarde of kale bloemstelen. Na de bloei is de bloemsteel in het begin aan de top gebogen. De zeer kleine bloemkroon valt snel af. De kelkbladen van de bloemknop hebben een roze-rode tand. De kelkbladen zijn 1 - 1,6 mm lang en staan in de vruchttijd meestal rechtaf. De twee binnenste kelkbladen zijn stomp en de twee buitenste zijn spits of hebben een kort stekelpuntje.
De vrucht is een vierkleppige doosvrucht, die voor minstens 12% buiten de kelk uitsteekt. Het zaad is 0,35 mm lang en 0,25 mm breed.
Rechtafstaande kelkbladen
Vrucht
Zaden
Uitstaande vetmuur komt voor op zonnige, open plaatsen op droge tot iets vochtige, matig voedselrijke en vaak stenige grond langs spoorwegen, industrieterreinen, braakliggende grond, bermen, tussen straatstenen en aan de voet van lage muurtjes.
.jpg)
.jpg)
.jpg)
