Acoelomorpha is een onderstam van de stam Xenacoelomorpha. Acoelomorpha zijn dieren met een week lichaam waarvan ongeveer 330 soorten bekend zijn. Vroeger werden de Acoelomorpha ingedeeld als een klasse van platwormen maar zijn vanaf 2004 door Jaume Baguñà en Marta Riutort als een aparte onderstam ingedeeld bij de Xenacoelomorpha. Ze worden ook wel Acoelomorphe platwormen genoemd. Sedert 2011 worden ze als onderstam ingedeeld bij de Xenacoelomorpha.[1]
De Acoelomorpha hebben gelijkaardige kenmerken als de planula (larven van neteldieren).
De diertjes zijn tussen de 100 µm en 1,5 cm groot.
Sommige Acoelomorpha doen aan ongeslachtelijke voortplanting, ze planten zich voort door deling van het lichaam. Deze deling wordt gevolgd door regeneratie van ontbrekende delen. Ze hebben geen duidelijke organen die de geslachtscellen vormen. Men noemt deze Acoelomorpha tweeslachtig. Andere soorten daarentegen zijn eenslachtig. Voor de voortplanting is zowel een vrouwelijke als mannelijke Acoelomorpha nodig.
Vermenigvuldiging van geslachtsdelen is niet ongewoon bij de klasse Acoela. De tetraposthia heeft bijvoorbeeld 4 penissen.
Recente fylogenetische analyses hebben gesuggereerd dat Acoelomorpha geen ogen hebben.[2]
Acoela komen wereldwijd voor. Ze zitten vooral in de ondiepe wateren van oceanen, tropen en zelfs tot in de poolgebieden. Nemertodermatida komen ook bijna overal ter wereld voor, maar leven enkel in zeeën. Ze leven bijvoorbeeld ook in het grof zand van de Noordzee. Nemertodermatida leven ook in zeekomkommers, zonder er enige schade toe te brengen. Er zijn 10 soorten Nemertodermatida bekend, terwijl er bijna 320 soorten Acoela ontdekt zijn. Acoela worden vaak in grote hoeveelheden aangetroffen.
Zo goed als alle Acoelomorpha leven in de zee, maar een of twee soorten leven in zoet water waaronder de Oligochoerus limnophilus. Alle Acoela leven planktonisch, met andere woorden: ze zwemmen vrij of ze laten zich met de stroom meevoeren. Ze komen soms ook voor op grotere ongewervelde dieren.
Organismen die de Acoelomorpha voeden zijn algen, detritus (afval) en micro-organismen. Ze nemen het voedsel op via de mond, waarna het door fagocytose (individuele cellen) wordt geabsorbeerd en verteerd. Het spijsvertering van de Acoela en Nemertodermatida vertonen grote verschillen. De Nemertodermatida hebben wel een darm, terwijl de Acoela deze niet hebben.
De Acoela zijn vernoemd naar het ontbreken van hun coeloom (de embryonale secundaire lichaamsholte waaruit zich de voornaamste lichaamsholten kunnen vormen).
Acoelomorpha is een onderstam van de stam Xenacoelomorpha. Acoelomorpha zijn dieren met een week lichaam waarvan ongeveer 330 soorten bekend zijn. Vroeger werden de Acoelomorpha ingedeeld als een klasse van platwormen maar zijn vanaf 2004 door Jaume Baguñà en Marta Riutort als een aparte onderstam ingedeeld bij de Xenacoelomorpha. Ze worden ook wel Acoelomorphe platwormen genoemd. Sedert 2011 worden ze als onderstam ingedeeld bij de Xenacoelomorpha.
