De mosdiertjes (Bryozoa of Ectoprocta, niet te verwarren met de mosbeertjes) zijn een stam van Protostomata, die vooral in zee leven. Er zijn ongeveer 6000 levende soorten beschreven in deze stam, waaronder de vliescelpoliep en het bladachtig hoornwier.
Deze hooguit 1 mm lange waterdiertjes leven in doosvormige, tot kolonies verkitte huisjes. Soms vormen ze korsten op rotsen en zeewier. Andere soorten vertonen overeenkomsten met mosjes, die in de stroming heen en weer worden gewiegd. Afgestorven kolonies worden vaak op het strand geworpen, waar ze voor verdroogd zeewier worden aangezien. Mosdiertjes geven over het algemeen de voorkeur aan warme, tropische wateren, maar komen over de hele wereld voor.
Binnen de geologie, en met name de paleontologie zijn Bryozoa belangrijke indicatoren voor het afzettingsmilieu van een bepaald gesteente. Omdat de Bryozoa delicate organismen zijn, is het voorkomen ervan in een sedimentair gesteente een indicatie voor een rustig afzettingsmilieu. Zodra de Bryozoa erg opgebroken zijn (en zogenaamde bioklasten vormen) is de energie ten tijde van afzetting hoger geweest.
De mosdiertjes wordt als volgt onderverdeeld:
De mosdiertjes (Bryozoa of Ectoprocta, niet te verwarren met de mosbeertjes) zijn een stam van Protostomata, die vooral in zee leven. Er zijn ongeveer 6000 levende soorten beschreven in deze stam, waaronder de vliescelpoliep en het bladachtig hoornwier.