Oliekevers (Meloidae) zijn een familie van kevers die bekendstaan om de irriterende stoffen die ze uit kunnen scheiden bij gevaar.
In de Benelux zijn de bekendere soorten de gewone oliekever (Meloe proscarabaeus) en de violette oliekever (Meloe violaceus). Deze twee soorten zijn zeer moeilijk uit elkaar te houden. Een andere bekende soort is de Spaanse vlieg (Lytta vesicatoria).
Oliekevers danken de naam aan de olie-achtige stof die wordt afgescheiden bij gevaar. Deze stof is irriterend, bijtend of blaartrekkend en sommige soorten kunnen de olie zelfs spuiten. In het geval van de Spaanse vlieg wordt de irriterende stof ingenomen en weer uitgescheiden door de urinebuis die geïrriteerd kan raken. Hierdoor wordt meer bloed naar de urinebuis gevoerd wat erecties gunstig zou beïnvloeden.
Oliekevers leven van planten, veel soorten eten liefst bloemen. De larven van oliekevers leven zonder uitzondering parasitair, meestal op solitaire bijen maar ook wel op sprinkhanen en krekels. De larven zijn hypermetamorf, wat wil zeggen dat ze twee verschillende larvestadiums kennen waarbij het dier een ander uiterlijk krijgt. De larve leeft eerst van het ei dat zijn gastheer heeft afgezet en vervolgens, in het tweede stadium, van de voor dit ei bestemde voedselvoorraad die de bij heeft verzameld voor zijn nageslacht.
Een voorbeeld is de soort Meloe franciscanus, waarvan de rups-achtige larven na het verlaten van de eitjes samenkomen op de punt van een tak of bloem en zich groeperen op een manier die qua vorm, beweging, geur en kleur lijkt op een vrouwtjesbij (mimicry). Het mannetje zal dit herkennen en neerstrijken. Vervolgens klampen de larven zich onmiddellijk aan de bij vast om mee te liften naar het bijennest om zich daar te laven aan eitjes, nectar en stuifmeel.
Oliekevers (Meloidae) zijn een familie van kevers die bekendstaan om de irriterende stoffen die ze uit kunnen scheiden bij gevaar.