Populus szechuanica is een populierensoort uit de sectie Tacamahaca (Balsempopulieren). Het natuurlijke verspreidingsgebied ligt in de gematigde zones van China.
Populus szechuanica is een tot 40 meter hoge loofboom met een ronde kroon en een grijs-witte, naar de basis toe gebarsten schors. De knoppen zijn paars, kaal en plakkerig. De bladeren hebben een rode steel van 2 tot 7 centimeter lang. De bladbladen zijn eivormig tot langwerpig eivormig 8-10 cm lang en 5 tot 15 centimeter breed, taps afgerond met een licht hartvormige basis. Het bovenste bladoppervlak is donkergroen, de onderkant lichtgroen en behaard in de aderen. De bladeren zijn roodachtig bij het ontluiken, de bladaderen en de stengel blijven rood. De bloemen zijn tweehuizig zoals bij alle populieren. Het vrouwelijke katje is tot 16 centimeter lang. De zaadcapsules zijn eivormig, 7 tot 9 millimeter lang en kaal. De bloemen verschijnen van april tot mei, de vruchten rijpen van mei tot juni.[1]
Het natuurlijke verspreidingsgebied ligt in de gematigde zone van de Chinese provincies: Gansu, Shaanxi, Sichuan, Xizang en Yunnan. Hier groeit Populus szechuanica in uiterwaarden en oeverbossen op een hoogte van 1.100 tot 4.600 meter op matig droge, vers vochtige, neutrale tot alkalische, zeer rijke, zand-grind bodems op zonnige standplaatsen. De soort is hitteminnend en meestal vorstbestendig.
Er zijn twee ondersoorten :
Populus szechuanica is een populierensoort uit de sectie Tacamahaca (Balsempopulieren). Het natuurlijke verspreidingsgebied ligt in de gematigde zones van China.